Snurken in het bos

Waarde baardbroeders

Het is na anderhalf jaar eindelijk zo ver. Mijn vriendin heeft door dat ze mij kan blackmailen in de blogs die ik voor mijn gewaardeerde publiek schrijf. De manier waarop zij ervoor kiest dit te doen is omgekeerde censuur. In plaats van ergens niet over mógen schrijven, móét ik nu schrijven over mijn heftige gesnurk om haar tevreden te houden en mijn plaats in de slaapkamer niet te verliezen. Dat ik die plaats behoud is essentieel voor mijn seksleven want ’s avonds sta ik er goed op, maar als ik ’s ochtends aankom vanuit de logeerkamer met m’n Pommetje horlepiep in volle glorie, een adem waar het laminaat van krom trekt terwijl ik al krabbend aan m’n baard een scheet laat worden mijn kansen nou niet echt groter. Stiekem vind ik dit ook wel een goed onderwerp dus trappen we het af.

Ik snurk erg en dat is erg. Maar als je nu denk, hoe erg dan precies? Nou het is wel heel erg hoor. Volgens mijn vriendin te vergelijken met een opstijgend vliegtuig, een regenwoud dat door 60 boze meneren tegelijkertijd wordt vernietigd, of een aardbeving van Bijbelse proporties. Vooral Bijbelse proporties is een belangrijke nuance hier, niet een van die slappe zaadbevinkjes die ze in Groningen ondervinden. Ik denk dat ik een redelijk aantal decibellen produceer maar ik weet het niet met zekerheid want ik hoor dat zelf nooit. Het is geen eerstehands ervaring want ik ben in een totaal andere wereld als ik slaap. Ik val gemiddeld in slaap in 2,6 seconden nadat ik de kop op het kussen heb gelegd en ben vanaf dat moment niet wakker te krijgen. In de slaapkamer is het geluid nog redelijk beperkt voor omstanders hoewel dat absoluut geen consolidatie is voor mijn vriendin. Maar we zijn ook in het bos gaan kamperen afgelopen zomer.

In Noorwegen heb je de vrijheid om zo’n beetje te kamperen waar je maar wil, dus wij de natuur in want onze jaarlijkse trip naar de zuiderzon ging niet door vanwege dat kutvirus. Nou ben ik met m’n luie ballen wel klaar met de boswandeling nadat ik 3 stappen voorbij de eerste boom gezet had maar vrouwlief stond erop dat we een uur door de natuur zouden klossen voordat we een plek uitzochten. Die kut had gemakkelijk praten want haar knieën zijn door het overgewicht niet naar de tyfus en ik mocht, geheel volgens traditie, de tent en alle toebehoren dragen. Zelfs op die mooie zomerse dag had ik, doordat ik volledig buiten adem was, de condens in m’n snor hangen. Ik had allemaal takjes en bladeren in mijn baard en ik had een pesthumeur. Kortom, de stemming bij aankomst was gespannen. Nou denkt het beertje wel een beetje na dus ik had zo’n pop-up tent meegenomen en onze bivak was dan ook na 10 minuten helemaal ingericht. Het mocht mijn slechte humeur niet baten want ik had in dat godvergeten kutbos niet de beschikking over mijn ijzeren long om bij te komen. Te uitgeput om lekker ouderwets ruzie te maken en te schelden op elkaar heb ik maar besloten om een paar potten bier open te trekken en dat deed zowel lichaam als geest erg goed.

Na passioneel de liefde te hebben bedreven voor een volle 2 minuten zijn we gaan slapen, of beter gezegd, ben ik gaan slapen. Als ik uitgeput ben snurk ik harder. Als ik daarbij ook nog eens wat gezopen heb wordt het er niet beter op. Jullie snappen wel dat ik in no-time begon met het heftige omzagen van het bos. De legende gaat dat het zo erg was dat zelfs de konijnen stopten met neuken en uit hun hol kwamen om te kijken wat er gaande was. De pieren wiebelde uit de grond, herten sloegen op de vlucht, vogels verstopten zich diep in hun nest dat inmiddels van de trilling op de grond was gevallen en de bruine beer heeft tot op de dag van vandaag nog contact met het RIAGG vanwege zijn psychische problemen. Tot overmaat van ramp kwamen er 2 andere kampeerders die hun bivak elders hadden opgeslagen kijken wat er aan de hand was. Volgens mij waren dat gewoon 2 gluurders die mij eerst kortstondig de volle 110% hadden horen geven en kwamen kijken of ik lag te snurken of dat vrouwlief met een XXL-vibrator aan de slag was gegaan.

Lang verhaal kort, die heb ik oudhollands in het Nederlands uit staan schelden. Ik kan er al heel slecht tegen als mensen me wakker maken maar als wildvreemden dat doen omdat ik lekker lig te ronken dan is het meteen klaar. Ronken in het Noors betekent trouwens aftrekken, wat ik in dit geval wel een leuke woordspeling vind. Het moet een apart gezicht zijn geweest. Een beer van een vent die in een taal staat te schreeuwen alsof hij door een demon bezeten is (want zo klinkt Nederlands voor Scandinaviërs) terwijl zijn baard nog vol zit met takjes en bladeren. Ik was mij ervan bewust dat die er nog in zaten, maar in het kader van “we kijken er thuis wel naar” had ik er niets mee gedaan. Daarnaast stond ik in m’n blote leuter te schreeuwen en volgens mijn vriendin, die een mix van schaamte en opwinding voelde, ging bij ieder scheldwoord mijn linkerbal heftig op en neer. Waarom het alleen de linker was weet ik niet, wellicht ben ik halverwege mijn ontwikkeling opgehouden met evolueren. Maar ik denk niet dat een van de aanwezigen deze campingtrip snel zal vergeten. Ik wilde dat voor onze klagende kampeerders nog onvergetelijker maken door ’s ochtends tegen hun tent aan te pissen, maar dan vond vrouwlief niet goed. Zodoende kwam er geen herhaling van onze vakantie in Egypte waar ik over de handdoeken van de Duitse buren heb staan zeiken als wraak omdat ze me uitlachten vanwege onophoudelijke schijterij.

De dag erop was de sfeer stukken beter. Ik had tenslotte lekker geslapen en mijn vriendin had mij in m’n blote framboos zien schelden én had een beurt gekregen dus we waren beiden content. Ik was mij er weldegelijk van bewust dat we ook dat hele stuk terug moesten lopen, maar nu was de koelbox tenminste leeg. Scheelt toch weer een slok op een borrel. Toen we thuiskwamen heb ik me even heerlijk gedoucht en mijn baard verzorgd. Ik heb heel geduldig alle bladeren en takjes uit mijn baard geplukt met een pincet. Ik heb ze zelfs te drogen gelegd zodat ik ze in de winter kan gebruiken als aanmaakhout voor de kachel. Nadat ik mijn baard gewassen, conditioner gebruikt had en er naderhand een lekker olie in gesmeerd had stond ik er weer chique op. Wellicht doen we dit volgend jaar weer, alleen al voor het avontuur.

Waarom mijn moeder aan kamperen refereert als creperen zal mij altijd een raadsel blijven. Wellicht is ze nog nooit met mijn vader naar een Noors bos geweest. Ik ben het met haar eens dat koken op een eenpittertje een zeldzame vorm van zelfkastijding is maar je maakt wel wat mee.

In afwachting van uw vermakelijke reacties verblijf ik, uw nederig dienaar,

Coen Smulders