Moeders Voer

Waarde Baardbroeders,

Voor heel even was ik er weer, in het koninkrijk der Nederlanden. Ik heb het tegen bijna niemand verteld maar ik werd wel meteen herkend in het vliegtuig. Dat is een vrij aparte ervaring, als een stewardess van de KLM mij herkent omdat haar man de blogs regelmatig leest. Gelukkig was ze Nederlands dus ik hoefde de tekst op mijn mondkapje niet in het Noors of Engels uit te leggen. “Mijnbaard: Dat zit wel snor” laat zich lastig vertalen. En nu even gericht aan de geluksvogel die met een KLM-stewardess getrouwd is. Dikke high-5, de brandblaren op je snikkel zullen nooit meer verdwijnen. Ik kan me voorstellen dat iedere keer dat je haar in dat uniform ziet, ze voorovergebogen wordt en je haar doet in al haar gaten. Ik denk dat ik een ding heb voor stewardessen want het maakt me geen drol uit hoe ze eruitzien, ik blijf het altijd een geile bedoeling vinden. Ze kunnen bij de KLM ieder dragonder in zo’n pakje hijsen en ik zal er altijd een kleine erectie aan overhouden. Maar goed, verder met mijn reis naar Nederland. Na anderhalf jaar afzien zonder frikandellen, bitterballen, stoofvlees, fatsoenlijke kaas, hagelslag en satésaus kreeg ik eindelijk weer eens de kans om alles te proeven. Daarnaast heeft mijn moeder ook een paar keer voor me gekookt, wat natuurlijk geweldig is omdat het smaakt naar vroeger.

Allereerst de vlucht, dat was spannend natuurlijk. Niet vanwege corona, mondkapjes, een lege taxfree die er verdacht veel uitzag als een sovjetwinkel of het feit dat het heel raar is dat de zware ijzeren vogel überhaupt de lucht in kan, maar gewoon of ik met al mijn coronakilo’s nog wel in de gordel zou passen. Dat bleek gelukkig wel het geval te zijn en dus zijn mijn dieetaspiraties ook weer even in de kast gezet. Baardbeertjes zien er immers goed uit met een beetje vlees op de botten, en in mijn geval zit daar genoeg vet bij om een gemiddelde hongerwinter eenvoudig te overleven en dan nog met een BMI van boven de 25 te zitten. Dat mondkapje dat je vanaf het vliegveld over je baard moet trekken tot aan het treinstation van Eindhoven namen we maar even voor lief en ik kwam dan ook in Eindhoven aan met een goed gestoomde baard.

Dan was het eindelijk tijd om weer eens met de hele familie te knuffelen. Zoonlief was mee om me op te halen vanaf het station en die klerelijer is gewoon een meter gegroeid in de afgelopen anderhalf jaar. Dat kan je niet zien op FaceTime natuurlijk. Die gaat me vast nog inhalen voor hij 18 is en ik vind dat ik zelf al geen kleine jongen ben met mijn 1.90m. Wellicht moeten die dieetaspiraties toch maar weer uit de kast want de zwaartekracht eist wellicht meer tol dan me lief is in dit geval.

Maar dan is het tijd om naar de friettent te gaan. Ik wil eigenlijk alles bestellen. Frietje oorlog met stoofvlees, kaassoufflé erin, bitterballen eroverheen, frikandel XXL er doorheen gestoken, en het hele zooitje bij elkaar gehouden door joppiesaus en ingedamd met mexicano’s. Maar de chinees van de frietzaak keek me zo raar aan dat ik de hele boel maar los besteld heb. Dan vraagt mijn moeder of ze een hapje van mijn frikandel speciaal mag. Als Gollum ga ik over mijn eten hangen en roep ik: my precioussss. Ik heb dit anderhalf jaar niet gehad en heb niet de intentie om te delen alhoewel dat nog wel eens een beroerte zou kunnen voorkomen. Lang verhaal kort, moeder chagrijnig en ik zit met een after-dinner-dip, zeg maar gerust een dikke vette coma, aan tafel na het eten. Er hangt nog wat mayonaise in mijn baard maar dat ruikt zo heerlijk naar die vette zooi uit de friettent. Eindelijk weer echte mayonaise was ook heerlijk. Hier in Noorwegen verkopen ze van die witte troep die 75% uit water bestaat. Vroeger bestond mayo nog gewoon voor 85% uit vet. Daar kon je ter plekke een hartinfarct aan overhouden. Als dat over je friet ging samen met wat andere vette saus heette dat een frietje oorlog, dat ging over sneuvelbereidheid.

Ik heb een heerlijke week gehad in Nederland ondanks het matige weer. Gelukkig had ik al een flink kleurtje gekregen in Noorwegen want ik ben als een potvis op het strand gaan liggen 14 dagen lang. Mijn familie en oude vrienden weer zien was een heerlijke ervaring. Knuffelen ben ik nog niet verleerd en dat is gewoon het allerfijnste na een pandemie. Ik hoop dat we die ellende nu snel achter ons kunnen laten want ik denk niet dat ik de mentale weerbaarheid heb voor nog zo’n periode zonder Nederlands voer. Ik had een extra grote koffer meegenomen om die vervolgens tot op de nok toe af te laden met allemaal lekkers, en tot de gram exact zat deze maximaal vol.

Op het vliegveld had ik trouwens nog wel een rare ervaring. Tijdens de security check was er een kerel met een koptelefoon op hardop aan het schreeuwen. Het was een mix van een wanhoop schreeuw en met de muziek meebléren, maar het ging duidelijk niet goed met deze kerel. Toen ik klaar was met mijn controle keek ik hem eens goed aan… jawel een Noor. Wat is de kans dat deze knaap bij mij in het vliegtuig zit? Nou 100% blijkbaar want hij zat 2 rijen voor me. Noren herken je trouwens altijd vrij eenvoudig op het vliegveld. Ze zijn zo dronken als een oorlogsschip en stinken dan ook nog eens naar de vloer van een middeleeuws hoerenhuis. De stewardess op de vlucht maakt hem meteen duidelijk dat hij geen druppel alcohol meer kreeg en de beste man was zo van het padje af dat hij niet eens protesteerde. Ik kijk de stewardess aan en *ping* kleine erectie. Dan komt er ineens een vrouw naast me zitten die haar stoel kwijt was en ‘m nu eindelijk gevonden had. Dus ik sta daar met een halfstijve stok midden in de gang van dat vliegtuig te wachten tot mevrouw aan de raamkant gaat zitten. Nou is dat op zich niets om je voor te schamen, maar volgens mij had ze het gezien want ze heeft de hele vlucht tegen me aangepraat en was erg geïnteresseerd in het baardbeertje.

Ik had alleen maar oog voor mijn eigen duifje, want zij kwam me ophalen op het vliegveld. Ze was heel blij dat ik weer terug was want ze wist natuurlijk ook donders goed dat die hele koffer was afgeladen met frikandellen, bitterballen en lekkere kaas. Deze voorraad moet het even houden want ik kom pas weer terug in de herfstvakantie. Dus als ik goed rantsoeneer moet het allemaal lukken en volgens de vrouw krijg ik een te bolle kop dus die zal me wel weer op dieet zetten. Al met al was het een geweldige reis en ben ik blij dat ik de belangrijke mensen in mijn leven weer gezien heb. Ik hoop dat jullie ook zo’n vakantie hebben en met een glimlach en verse tegenzin terug naar je werk gaan volgende week.

In afwachting van uw vermakelijke reacties verblijf ik, uw nederig dienaar,

Coen Smulders