Knettergek zijn ze, de Noren

Waarde Baardbroeders,

Het leven in Noorwegen neemt een andere wending als plots de zon begint te schijnen. De reactie van de gemiddelde Noor op een paar zonnestralen laat zien dat ze eigenlijk allemaal knettergek zijn. Zodra de zon schijnt gaan ze allemaal als stokstaartjes in hun blote bast of een singlet buiten zitten en proberen zoveel mogelijk zon op hun huidoppervlakte te krijgen, ongeacht de temperatuur. ‘De zomer is begonnen’ heb ik al meerdere keren gehoord. Ja maar het is pas 7 graden… maakt niet uit, ARRRIBA! dos cerveza, vamonos vamonos. Nou heb ik natuurlijk niets tegen een bakkie bier slobberen in de zon, maar niet als ik het zo koud heb dat ik met mijn stijve tepels een bierfles kan open maken. Ook gaan we iedere dag even naar de supermarkt om lunch te halen voor op het werk, maar nu gaan we ineens niet met de auto maar wandelen want het is zo’n mooi weer. Intussen waait het zo hard dat ik mijn flaporen als richtingaanwijzers kan gebruiken, mijn baard in naar achteren gewaaid zodat ik eruitzie als Gandalf op een Zundapp en kruipen mijn ballen van de kou naar binnen tot achter mijn nieren, maar daar hoor je ze niet over.

Ik voel me hier dus echt een exoot en dat terwijl ik toch uit een koud kikkerlandje kom. Zelfs de opwarming van de aarde verandert daar vooralsnog niets aan maar hier zijn ze natuurlijk hele ander dingen gewend. In Nederland zie je altijd die ene malloot die in de winter in zijn korte broek naar school gaat als het buiten -3o Celsius is. Hier zie je de helft van de school bij -18o in een korte broek of een minirok en het liefst nog met slippers rondlopen. Als je dan vraag of het daar niet veel te koud voor is kijken ze je onverschillig aan en zeggen: ‘mwoah, ’t is wat frisjes.’ En dat terwijl bij mij de ijspegels aan mijn neus hangen en van die droge lucht mijn baard in de krul is geschoten. Daar is met geen baardijzer tegenin te werken. Volgens mij zijn de Wookies uit Star Wars ook helemaal geen aliens, maar gewoon Noren met heel veel lichaamshaar.

Ik voel me ook een buitenbeentje als het aankomt op het gebruik van alcohol. Noren worden nergens echt gelukkig van, behalve van zuipen. Het probleem is dat ze dat geen van allen kunnen. Zodra ik mijn vierde cognac wegtik en de stemming erin begint te komen zit er naast mij al een op handen en knieën de maaltijd van gisterenavond op de vloer te bestuderen. Volgens mij zijn het als het op goed zuipen aankomt gewoon nog pubers allemaal. Ik heb zelf in de periode voor mijn baard ook echt mijn grenzen wel opgezocht en ik ben daar nog wel eens overheen gegaan. Je moet natuurlijk wel je baard waardig zijn, dus even oefenen vooraf is welbestede tijd. Mooiste voorbeeld is dat ik met een maatje, beiden op zestienjarige leeftijd, naar een Ierse pub ging in Utrecht. Wij bestellen een biertje en een whisky, waarop de barman vraagt: ‘leuk grapje, welke?’ al wijzend op een drankkaart van een goede meter lang. Ik stelde voor dat we links bovenin op de kaart zouden beginnen en onze weg naar beneden zouden werken. Dan kijken we wel hoe ver we komen. Hoe ver we gekomen zijn heb ik nooit geweten, maar wel dat we allebei zo zat als een oorlogsschip terug naar huis gingen. Ik zou bij hem blijven slapen en hij woonde nog bij zijn ouders. Die waren al niet heel gelukkig toen wij, al zingend en stinkend als de vloer van een hoerenhuis, binnen kwamen strompelen. Maar goed, naar bed naar bed zei duimelot, dus heel braaf gestrekt op het veldbedje. Na een uurtje of 2 word ik wakker en de hele kamer draait in een richting die ik niet bij kon houden. Beertje ziek, beertje spugen natuurlijk. Maar het toilet was beneden terwijl wij op de eerste verdieping sliepen. Kortom, ik heb werkelijk alles op mijn weg naar beneden geraakt. Het begon met de deur van de slaapkamer, de gang boven, de trap (inclusief de leuning) naar beneden, de gang beneden, de deur van het toilet en uiteindelijk heb ik ook nog een restje in de pot gekregen. Maar ik was zo dronken dat ik er weinig van in de gaten had. Ik stond me op de WC vast te houden aan mijn eigen lul zodat ik niet om zou vallen. Ik ben dan ook weer op handen en voeten terug naar mijn bed gekropen. De dag daarop word ik wakker van een beetje een zure lucht. Oei, dat was niet goed. Dus ik ga heel braaf naar beneden waar beiden ouders al zaten te wachten, zo zuur als een fles ammoniak. Ik vraag heel beleefd: mevrouw, mag ik van u alsjeblieft een emmer sop, en een spons? Ze kijkt me recht aan en zegt tegen me: “jongen…. Ga alsjeblieft naar huis. Ga naar huis en kom nooit meer terug.” Het schuldgevoel van wat er gebeurd was maakte vrij snel plaats voor euforie, want ik hoefde de hele teringzooi niet op de ruimen. Ik heb in de trein terug naar Eindhoven mijn roes uitgeslapen.

Iedereen heeft natuurlijk zo zijn momenten, maar ik heb het gevoel dat wij Nederlanders verder evolueren na de puberteit, in tegenstelling tot veel Noren. Dat partijtje gekkenhuizen zal binnenkort ook wel weer naar het strand gaan. Het ijs is net van het water af en met een beetje wind is de gevoelstemperatuur zo’n 5 graden, maar als een kudde schapen gaat het hele spul massaal naar het strand. Nou hebben de meeste Noren wel een grotere baard dan ik, maar dat gaat je niet warm houden op het strand hoor. Ik heb daarentegen wel een dikkere laag isolatie op m’n botten zitten, maar de snijdende kou is gewoon te erg om hiervan te genieten. Ik zit dus ingepakt als een soort Eskimo op het strand te kijken naar hoe al die wattenstaafjes (vanwege de extreem witte huidskleur) zonder blikken of blozen de zee inspringen. Noren worden vrij snel bruin onder een beetje zon, maar na een lange winter binnen zijn ze witter dan een velletje A4 papier. Mijn vriendin verdient hier trouwens ook een speciale vermelding. Die kut heeft het de hele winter ijskoud en klaagt steen en been, stopt haar ijskoude klauwen telkens onder mijn trui om op te warmen, maar zodra er 3 zonnestralen het terras hebben geraakt is ze dat blijkbaar vergeten. Het is net alsof er 2 zonnepanelen in die enorme tieten zitten die de hele boel van binnen opwarmen bij het minste of geringste straaltje licht.

Ik vraag me af of ik ooit echt zal integreren hier. Ik kan wel al dat rare voer eten en die gekke zangerige taal leren, ik kan zelfs mijn baard verder laten groeien zodat ik er nog Noorser uitzie, maar dat rare gedrag is moeilijk over te nemen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, ze kennen het hier niet. Dat alles in consideratie genomen wil ik nooit meer terug. Ik heb het hier gewoon te goed en het land is te mooi om nog ooit in Nederland te wonen. Mocht ik derhalve een keer op vakantie zijn en je denkt dat je een dik geworden Odin of Thor tegenkomt die magisch gezien ook nog de Nederlandse taal spreekt, dan ben ik het waarschijnlijk. Voor al dat goedkope bier kom ik graag op vakantie in het zonnige zuiden wat we het moederland noemen.

In afwachting van uw vermakelijke reacties verblijf ik, uw nederig dienaar,

Coen Smulders